Seizoen: mei-juli
    

Boerenkool (Brassica oleracea var. laciniata) is een makkelijk gewas dat op alle grondsoorten geteeld kan worden en een typische wintergroente is. Er is een herfst- en een winterteelt. oerenkool of boerenkoolstamppot is een stamppotgerecht gemaakt van boerenkool. Het recept is zo typisch Nederlands, dat wordt beweerd dat het het nationale gerecht is. De boerenkool is het lekkerst als er een nacht vorst overheen is gegaan. De kool wordt dan ook vaak na de eerste nachtvorst geoogst, pas zelfs de dag dat het wordt gegeten.

Boerenkool wordt traditioneel gegeten met een kuiltje jus, worst (boerenmetworst of rookworst), mosterd en gebakken spekjes. 'Zure' toevoegingen als zilveruitjes, augurk of azijn worden tegenwoordig ook gebruikt.

Stamppot boerenkool wordt in Groningen mous genoemd, in Twente en de Achterhoek moos.

 Westlandse Herfst is een bijzonder middelhoog boerenkoolras waarvan al in oktober geoogst kan worden, maar dat ook als winterras uitstekend voldoet. De planten zijn goed winterhard. Het blad is fraai gekroesd en de smaak is uitmuntend. Zaaien: vanaf half mei tot juli, direct in de vollegrond. In de periode half juni tot begin augustus uitplanten. Houd als plantafstand 75 x 50 cm. aan. Te dicht planten veroorzaakt vaak geel worden van het blad. Doordat boerenkool stevig groeit, is de gevoeligheid voor knolvoet wat minder dan bij andere koolsoorten. Doordat meestal wordt uitgeplant op een plek waar al eerder een vroege groente heeft gestaan, is extra bemesting vaak overbodig. Houd tijdens de teelt de grond voldoende vochtig. Oogst: van oktober tot in januari; van onder af plukken verlengt de oogstperiode.